Mogen doorgaan

Het voelde alsof mijn leven tot een eindpunt was gekomen door mijn ziekte. Het voelde niet meer gepast om te wensen, te dromen, te willen. Doorgaan was niet meer vanzelfsprekend.

Het voelt veilig dus het is goed zo

Ik wil in dit huisje blijven wonen, want dit is mijn veilige haven. Ik ken het hier, hier voel ik me vertrouwd. Het uitzicht is mooi en het balkon is knus en het is niet te warm.

Ik kan niet meer werken en ik mag dus meer denken over íets wat daarop lijkt.

Ik wil niet een eigen site om op te schrijven, degenen die het nu lezen kennen me en snappen me tenminste, ergens anders ben ik niet veilig.

Mijn paar goede vriendinnen zijn genoeg. Aan nieuwe mensen zijn teveel mogelijke teleurstellingen verbonden. Ik wil dat risico niet meer nemen, want toen ik ziek werd, waren de meeste mensen er toch niet voor me.

Ik voel me prima als vrijgezel. Bij geen enkele man pas ik toch. Het lukt vast niet met mijn energie. En wie wil nou een zieke. Ik verdien geen man. Ik ben te beschadigd.

Het is oké zoals het is. Het voelt veilig. Dingen laten zoals ze zijn geeft rust, verandering geeft onrust, en dat is niet goed.

Ik wil éigenlijk meer

Mijn woning heeft schimmel en ik heb astma sinds ik hier woon. Dat is ongezond. Het is hier helemaal niet veilig. Het is eigenlijk ook te duur voor wat ik ervoor terugkrijg. En er zijn nog véél leukere huisjes.

Nadenken over mijn dagbesteding mag altijd. Er is meer tussen niks doen of teveel en te hard werken. Ik mag me best nuttiger willen voelen en zijn.

Met mijn schrijven wil ik eigenlijk méér. Ik wil onderwerpen bespreken die ik nu niet kan delen. Ik wil graag meer en andere lezers. Ik weet dat ik een eigen plek op het internet verdien. Ik wil elke dag kunnen opstaan en weten dat ik mij kan uiten op de juiste plaats, trots zijn op de woorden die ik nu de wereld in heb gestuurd.

Eigenlijk wil ik graag meer vrienden en kennissen, want ik heb vrije momenten waarop ik graag met iemand zou willen afspreken. Niet met alle onderwerpen kan ik terecht bij mijn goede vrienden. Meer sociale contacten kan echt fijn zijn. En natuurlijk hoeft niet iedereen mij in de steek te laten.

Wat heb ik genoten op die eerste date, wat word ik blij van zijn berichtjes.

Als ik mezelf toesta om te voelen wat ik eigenlijk wíl, dan is dat meer dan alleen veiligheid en dingen houden zoals ze zijn. Zoveel meer.

Ik dacht dat mijn ziekte een eindpunt was

Ik deed mee aan een familieopstelling. We begonnen met een meditatie. Ik moest me voorstellen dat rechts achter me mijn vader stond, links achter mijn moeder. (Dat vond ik al moeilijk.)

Toen moest ik achter me, en achter hen, mijn verleden zien. De begeleidster zei dat ik dat ook echt achter me mocht laten.

Ik stond nu namelijk waar ik nu sta in mijn leven.

Recht voor me bevond zich mijn toekomst, zei ze. Meteen voelde ik weerstand. Nee hoor. Recht voor me was niets. Mijn leven was toch tot stilstand gekomen, hier in het nu. In mijn huidige leven, waar ik nu was. Ik ben toch ziek geworden.

Meteen schrok ik van die gedachte. Maar ik besefte dat ik het echt zo voelde. En dat ik daarmee vrede dacht te hebben.

Ziekte is geen eindpunt

Na afloop ging ik verder denken. Was mijn leven echt afgelopen? Ik herinnerde me het gesprek met de verpleegkundige in het ziekenhuis van laatst. Ik had haar eindelijk durven vragen naar mijn duidelijkst mogelijke prognose. En toen ik thuis was, was ik op internet verder gaan zoeken.

Mijn conclusie gaf me rust. De meesten met mijn ziekte gaan daaraan niet dood en worden ook niet heel erg zwaar gehandicapt. Mogelijk zal ik langzaam achteruit gaan, ja; maar wanneer, en hoe, dat is onbekend. Die onduidelijkheid blijft moeilijk. Maar de rest stelde me gerust. Veel rampscenario’s in mijn hoofd kan ik nu toch soort van doorstrepen, want de kans daarop is wel héél klein.

Dat betekent dat ik nog wel even doorleef, als het goed is. Dan lijkt het niet terecht dat ik van mijn ziekte een eindpunt heb gemaakt.

Terug naar mezelf

Enkele weken voor de opstelling had ik een een moeilijke periode met zorgen over mijn gezondheid. Die weken eindigden. Mijn lichaam ging weer beter voelen, en mijn angst verminderde weer. Rond de opstelling besloot ik terug te gaan naar mijn basis. Bewust me weer te gaan focussen op wat voor mij nu de zin van het leven is. Hoe zinloos dat eigenlijk voor iedereen is… En dat ik daarom evenveel eraan heb als anderen. Hoe het voor mij draait om gelukkig zijn. Zijn wie ik ben. Doen waarvan ik geniet.

Ik besloot mijn leven weer te accepteren. Me te richten op het moment. Veel nadenken over toekomst en verleden heeft geen zin. Ik besloot om terug blij te zijn met wat ik allemaal in mijn leven heb. En ik ontdekte dat zich daar meer dan genoeg bevindt wat het de moeite waard maakt.

Anderen meenemen in wie ik ben

Ik ging minder denken in ‘nuttig zijn’, ‘presteren’, ‘de perfecte relatie krijgen’. Ik ging simpelweg doen waardoor ik blij word. Wat mij mij maakt.

Waardoor ik in mijn flow kom.

Vroeger zou ik niets aan anderen laten lezen waarvan ik zou denken dat zij het niet wilden lezen. Paste ik me aan hen aan. Was ik bang voor oordelen. Om niet gelezen te worden; of niet interessant gevonden. Maar nu besloot ik om vanuit mijn hart te schrijven. Eigenlijk simpel… Niet alleen genoot ik meer van wat ik deed daardoor, maar ook vond ik de resultaten feitelijk beter. Ik blijk anderen mee te kunnen nemen in mijn interesse en gevoel. Juist door dichtbij mezelf te blijven.

Mijn leven gaat door, dus ik mag dat ook

Terug naar mijzelf wilde ik ook door de familieopstelling. Al zo lang raadden mensen mij dat aan. Wat er in mijn familie allemaal is gebeurd, heeft namelijk mijn leven gevormd. Twee nachten erna had ik een droom. Ik droom zelden zo levendig. Mijn oma lag in een bed. Ze was aan het sterven. Mijn familie wilde dat ik naast haar ging liggen, en daar bleef. Dat wilde ik niet. Maar ik deed het wel.

Wat dit een boodschap aan mij? Het kwam hard genoeg aan om er iets mee te willen.

Ik besloot meer vanuit mijn hart te gaan schrijven. Ook hier. Want ik bekeek mijn woorden, en die waren niet wie ik ben.

Het contact dat ik net weer met een oude vriend had gekregen, zette ik op een laag pitje, omdat ik (anders dan toen) besefte dat het mij geen goed deed. Dat luchtte op. Dit besluit had ik vroeger niet genomen.

Vervolgens berichtte een man me met romantische interesse. Hij leek leuk. Wat we zouden kunnen hebben, paste bij me. Onze eerste date wilde hij in een kasteeltje, en hij gaf me een knuffelbeer cadeau.

Ik vond dat ik dit niet meer verdiende

Hij vroeg waarom ik aarzelde. Ik dacht na. Het was allemaal zo nieuw. Ik verdiende dat niet. Vroeger was het mijn wereld, maar nu niet meer.

Ik vertelde hem dat ik ziek ben. Benadrukte hoe naar mijn ziekte kan zijn. (Dat doe ik wel vaker. Als ik bang ben voor connectie.)

Hij snapt mijn angst niet. Gevoelens zijn eng, zei ik. Maar eigenlijk bedoelde ik dat ik liever in mijn eentje in dat huisje van me wil blijven zitten, voor altijd, in mijn schriftje wil schrijven, met mijn paar goede vrienden, vrijgezel. Dan word ik niet gekwetst.

En: dan stel ik niet teleur.

Mijn leven is gewoon niet meer zoals vroeger, en dat zal het ook nooit meer worden. Dromen zoals toen durf ik niet meer. Bepaalde dingen kúnnen niet meer . Veel feesten. Heftig werken. Kinderen krijgen.

Deze man schrok van mijn diagnose, maar vond het geen probleem. Ik was mijn ziekte toch niet? Hij zou me in moeilijke periodes of momenten willen steunen en helpen. Ik inspireerde hem.

Natuurlijk had hij gelijk. Natuurlijk blijft er nog genoeg over wat wél kan. Alleen werkte dat in mijn hoofd en hart zo anders.

Zonde.

Doen waar het hart ligt, ook ziek

Ik verdien het evenveel als alle anderen in de familieopstelling om door te gaan met leven. Zoals bij mij past. Dat ik ziek ben, maakt niet dat ik moet blijven stilstaan.

Een gevoel van veiligheid is fijn, maar er is nog zoveel meer. Ik mag nieuwe dingen proberen, willen, durven. Ik mag nog wensen en dromen.

Ik heb echt nog wel levenskracht. Daarnaar kan én mag ik steeds teruggaan. Vanuit daar mijn leven leven.

Zieken verdienen evenveel

Ik mag genieten. Misschien zelfs een beetje extra omdát ik ziek ben. Om wat ik heb meegemaakt.

Ik verdien ook liefde niet minder dan iemand die niet ziek is. Ik blijf toch gewoon ik. Iemand kan voor míj gaan, niet wat ik kán, wat ik presteer, wat ik hem kan geven. Iedereen heeft moeilijkheden in zijn leven. Niemand is perfect. Iemand die van ons houdt, vindt ons geen last. Vindt ons niet teveel, of te ingewikkeld. Vindt dat we aandacht verdienen.

Ik verdien het net zoveel als mensen die niet ziek zijn om te genieten, lol te hebben, leuke dingen. De kleine dingen die er al zijn, zijn al genoeg, heb ik geleerd. Maar dat wil niet zeggen dat het niet ook heel fijn kan zijn om méér te willen. En daarachteraan te gaan.

Zo lang we leven, mogen we het leven. Hoe we kunnen, hoe we willen. Hoe we gelukkig zijn.

Over het gevoel dat je er door je ziekte toch niet helemaal bijhoort, lees je bijvoorbeeld hier:

Onderwerp

Wil je meer van dit soort posts lezen? Klik dan op één van de categorieën:

,