Het komt voor dat zieken zomaar niet uitgenodigd worden voor verjaardagen en andere gelegenheden omdat ze dat ‘toch vast niet aankunnen’. Dat kan het gevoel geven er niet meer bij te horen, niet leuk genoeg te zijn, zwak gevonden te worden. Het maakt verdrietig. Doe het anders: laat het aan de zieke om te beslissen of hij komt. Denk en beslis niet vóór hem.
Niet naar de verjaardag van een vriend mogen
Ik wist dat hij bijna jarig was. Op onze leeftijd lijkt het niet meer standaard om dat met een feest te vieren, dus ik had er niet echt over nagedacht. Maar vijf dagen van tevoren zei hij ineens: ‘Ik vier het zaterdag. Maar ik dacht, jij, met jouw gezondheid, komt toch niet. Niks voor jou, te druk, te vermoeiend. Dus ik heb je niet uitgenodigd. Misschien was dat wel stom…’
Deze persoon noem ik méér dan een kennis. We kennen elkaar ongeveer anderhalf jaar. Ik zie hem regelmatig, ook samen, en we appen vaak, soms dagelijks. Over persoonlijke dingen; hoe het nou écht met ons gaat.
En ja, ik vond het ‘stom’ dat hij me niet had gevraagd. Hij zou nota bene een groot feest geven, met een bandje en luxe eten, voor veel mensen: hij werd vijftig. En ik mocht daarvan geen deel zijn? Dat deed pijn. Het raakte dingen in mij als ‘ik ben niet leuk genoeg’; ‘ik hoor er niet bij’; ‘de vriendschap betekent voor mij meer dan voor hem’; ‘ik vertrouw ook altijd de verkeerde’. Met daarbij nu: ‘omdat ik ziek ben’.
Vind je me niet goed genoeg
Mijn vriend vond dat ik zo luchtig reageerde. Ik antwoordde: beter dan dat ik ga huilen.
Niet uitgenodigd worden voor een gelegenheid die belangrijk is voor een dierbare maakt me verdrietig. Oók als diegene het ‘niet verkeerd’, of zelfs ‘goed’, bedoelt. Deze persoon had voor mij gedacht, en toen verondersteld dat het te druk en zwaar zou zijn voor mijn MS. Uiteindelijk besefte hij dat dit alleen een aanname was; zijn eigen werkelijkheid, niet de mijne. ‘Ik had het misschien beter gewoon aan je kunnen vrágen…’
Inderdaad. Denken voor een ander is niet handig. Zijn gedachten klopten ook niet. Ik kan prima naar zo’n verjaardag, als ik erna en ervoor maar genoeg rust. Wat is het vervelend als mensen me zwakker inschatten dan dat ik ben. Als ze denken dat mijn lichaam minder kan dan waartoe het feitelijk in staat is.
Ik word graag gezien als wat ik allemaal wél kan. Want dat is nogal veel, vind ik zelf. Het kostte mij eerst ook moeite om mezelf zo te zien, dus ik snap dat dit ook voor jou kan gelden. Maar zou je willen luisteren naar hoe ík het zie? Mag mijn werkelijkheid er ook voor jou zijn?
Als jij zelfstandig de beslissing neemt om me niet te vragen voor je verjaardag, beslis je eigenlijk zelfstandig om mij buiten te sluiten.
Stel dát ik er nog dagen last van zou hebben (wat overigens ook best kan), dan wil ik toch graag zelf mogen kiezen daarvoor. Waarom niet? Een ander heeft geen recht om me dat te verbieden.
Ik ben meer waard
Dat ik niet eens de kans krijg om naar iets leuks te gaan, omdat iets over me wordt aangenomen, kan me ook boos maken. Wat voor indruk geef ik jou over mij, dat je denkt dat ik dat niet kan. Hoe zwak denk je dat ik ben. Hoeveel stiekem medelijden heb je met me. Je vindt me zielig, omdat ik anders ben dan jij. Nergens voor nodig. Ik ben sta op gelijk niveau als jij. Denk je echt dat mijn leven triester is dan het jouwe?
Zelfs als het zou kloppen dat ik er niet naartoe kan, dan is het niet aan jou om dat voor me te beslissen. Wie denk je wel niet dat je bent.
Woede verstopt mijn verdriet.
Die kan ik alleen maar beter voor me houden. En dat doe ik dus ook. Want je bedoelt het niet slecht.
Maar alsjeblieft. Laat me in mijn eigen waarde. Luister toch naar me, zie me. Geef me de ruimte.
Nodig ook een zieke toch uit
Iemand die ziek is, wil graag betrokken worden bij de momenten die voor dierbaren belangrijk zijn. ‘Nee’ kunnen we ook antwoorden op een uitnodiging, ook als we dat niet leuk vinden om te doen. Ontneem ons die kans niet. Laat ons zelf beslissen of we iets aankunnen én willen. Stel jezelf niet hoger dan wij door voor ons dingen te gaan aannemen – en ons op basis daarvan buiten te sluiten.
Toch uitnodigen is voor jou ook makkelijker. Dan hoef je niet zélf ingewikkelde afwegingen te gaan maken. Dan leg je die gewoon bij mij.
Je kunt het prima zo inpakken: ‘Ik vier mijn verjaardag. Leuk als je komt! Geen verplichting, verwachting, dat weet je. Zeker niet voor jou, want ik weet niet wat je gezondheid hierin toelaat. Dus als ik je iets vraag wat je helemaal niet kunt of wilt, dan is dat prima. Ik vráág je liever, en accepteer ook een eventuele ‘nee’, dan dat ik je oversla. Want je bent hartstikke welkom. Je hoort erbij. Je bent me dierbaar. En ik wil dat je dat weet.’
Zelfs als je zéker denkt te weten dat dit niks voor mij is, nodig me alsjeblieft toch uit. Laat me merken dat je graag wíl dat ik kom. Want vraag je me niet, dan neem ik aan dat jij dat liever niet doet. En dan ga ik de redenen verzinnen die je daarvoor hebt. Want die leg jij me niet uit.
Goede bedoelingen maken de feiten niet goed
Lief dat die vriend zelf ging twijfelen of zijn beslissing om me niet te vragen. Hij zag dat zijn veronderstelling niet handig was. Hij zei dat hij het onaardig van hem vond. Nodigde me alsnog uit. Toen ik zei dat ik nú al andere plannen had, had hij extra veel spijt, want hij had me er toch wel graag bij gehad. ‘Sorry,’ zei hij. ‘Dat had ik beter anders kunnen doen.’ Ik zei dat het oké was. Ik wist dat hij het goed had bedoeld.
Dat weet ik niet van iedereen. En ik wil het me liever niet zelf moeten gaan afvragen, als mijn uitnodiging zomaar wordt overgeslagen.
Ik wil er in principe best van uitgaan dat zoiets niet verkeerd bedoeld is. Zeker als ik je aardig vind. En ik word niet boos op je, of zo. Maar ik denk dat je beter kunt zorgen dat ik het gewoon niet slecht kan opvatten. Dat uit het feit dat je me uitnodigt, je goede bedoelingen blijken.
Laat blijken dat diegene welkom is
Twijfel je of een zieke wel naar je verjaardag (of iets anders) kán komen, laat dan niet je uitnodiging zomaar achterwege. Doe geen aannames over wat je niet precies weet. Het getuigt van respect voor je dierbare om niet vóór hem te beslissen. Geef hem dat gevoel dat hij welkom is, en nodig hem uit, alsjeblieft.
Wie weet zegt hij anders de volgende keer zélf ‘nee’ als je hem vraagt. Omdat hij gewoon geen zin meer heeft. Of mag je niet meer op zijn verjaardag komen. Dan weet je ook eens hoe vervelend het is als voor jou wordt beslist.