Ben je ziek, dan behandelen artsen je lichaam. Wat er ‘stuk’ is, probeert men te ‘repareren’. In het diagnosetraject wordt niet gevraagd naar stress, eenzaamheid, of andere psychische klachten. Dat is een gemiste kans: er is steeds meer bewijs dat deze factoren ziekte kunnen veroorzaken en bevorderen. Verstandige patiënten gaan daarom naast hun medische behandeling óók zelf aan de slag, om prettiger in het leven te komen staan.
Het gangbare medische traject
Heb je gezondheidsklachten, dan ga je naar de dokter. Die stelt vast waar je lichaam niet goed werkt. Stuurt je zo nodig door naar een meer gespecialiseerde arts. Je krijgt een diagnose: je hebt een bepaalde ziekte. Die wordt dan behandeld. Bestaat er een medicijn tegen, dan krijg je dat. Of een operatie. Dat is zo ongeveer het gebruikelijke medische traject hier. Gericht op alleen het ‘beter maken van het lichaam’.
Daaraan zijn we gewend. Dat is voor ons ‘normaal’.
Maar bepaalde dingen gebeuren hier níet in, die als je ze eenmaal kent, toch wel vreemd lijken.
Wat mist in het medische traject
Wetenschappelijk is bewezen dat hoe een patiënt eet, wat hij dagelijks in zijn lichaam stopt, de gezondheid kan schaden of bevorderen.
Over voeding en ziekte vind ik dit boek een goede tip, want enorm uitgebreid wetenschappelijk onderbouwd:
Ook of en hoe de patiënt (voldoende) beweegt, wordt vaak niet besproken rond de diagnose en behandeling.
Maar wat nóg minder aandacht krijgt, is hoe de patiënt verder in het leven staat. Heeft hij stress? Spelen er dingen in zijn leven waardoor hij ongelukkig is? Voelt hij zich eenzaam? Heeft hij steun en liefde van anderen? Heeft hij last van depressieve klachten; somberheid, angst, boosheid? Waarom? Hoe was zijn jeugd? Was die liefdevol genoeg? Heeft hij traumatische ervaringen?
Alleen gericht op behandeling van het lichaam
Artsen hebben mij daarnaar in al die jaren gezondheidsproblemen zelden gevraagd. Ook niet, bijvoorbeeld, toen ik tijdens de onderzoeken naar baarmoederhalskanker mijn partner had meegenomen en die een duidelijk bedreigende houding aannam.
Blijkbaar werkt ons medische systeem zo. De artsen zijn zo opgeleid, dus hen persoonlijk dingen verwijten heeft weinig zin. Het heeft vast ook te maken met de bekostiging van ons ziektekostenstelsel. Waarin ik me liever niet teveel verdiep. (Te) kort samengevat werkt het zo: met de ontwikkeling en productie van medicijnen wordt geld verdiend, waardoor gestimuleerd zal worden dat mensen die gebruiken.
Toch missen we door ons alleen te richten op medicatie en operaties, teveel kansen om ziektes te voorkomen, te genezen, en de gevolgen ervan te beperken.
Levensstijl en stress zijn privacygevoelig, maar waarom geen advies aanbieden
Onze manier van leven is persoonlijk, en het kan voor patiënten gevoelig liggen dat artsen zich daarmee ‘bemoeien’. Maar verplichten kunnen en zullen ze niet. Advies geven is toch gewoon prima? Ik heb dat zelf enorm gemist. Ik wilde heel graag zo goed mogelijk leven, dus ik vroeg ook naar een goed dieet voor mijn ziektes. Goed advies was welkomt geweest. Maar artsen hadden daarop geen antwoord. Zelfs bij de afdeling diëtetiek van het ziekenhuis had men geen idee.
Nog persoonlijker is iemands psychologische leven natuurlijk. Maar ook daarin geldt: artsen nóemden me niet eens dat dit relevant is voor je lichaam. Dat is raar. Want het wetenschappelijk bewijs is er, en dat wordt alleen maar meer. Dat je door stress, eenzaamheid, een moeilijke jeugd, echt gevoeliger bent voor ziekte.
Ik herhaal: er is wetenschappelijk bewijs. Waarom wordt het dan niet besproken in het ziekenhuis, door de mensen die ons gezond zouden moeten willen hebben?
Was het me eerder verteld, wie weet hoe mijn leven nu was geweest
Toen ik jaren geleden bijvoorbeeld op de afdeling neurologie kwam met mijn migraine, leek het alsof ik niet eens mocht praten over hoe het eigenlijk met me ging. Ik had nooit last gehad van migraine, en nu ineens wel. Ik kreeg medicatie voorgeschreven. Die werkte niet. De volgende ook niet, en de drie daarop volgende ook niet. Ik had ook veel pittige bijwerkingen. Maar hoe het verder met me ging, dat ‘deed er niet toe, want dat was voor elke patiënt anders’.
Mijn werk op dat moment was erg stressvol. Mijn relatie ook. Maar ik deed daar niets aan, want de artsen legden niet het verband met mijn ziekte. Dus ik moest gewoon doorzetten. Dat deed ik. Ik negeerde mijn migraine: dat hoorde als ik die baan wilde.
Mijn lichaam schreeuwde eigenlijk op dat moment dat ik moest stoppen, maar ik luisterde niet. Hadden artsen anders aangeraden, dan had ik dat gedaan. Dan had ik ook een reden kunnen aanvoeren daarvoor op mijn werk.
En ondertussen hebben mijn andere, nog ingrijpendere ziektes, zich dus kunnen doorontwikkelen. Migraine kan een eerste symptoom zijn van MS. En ook kanker kan een steeds waarschijnlijker verband hebben met die verschillende soorten stress. We weten niet zéker dat mijn ziektes hadden kunnen worden voorkomen als ik beter voor mezelf had gezorgd. Maar het had goed gekund. Is dat niet erg?
Dat me in al die jaren nooit is gevraagd wie ik eigenlijk was. Hoe het nou echt met me ging. Alsof ik gereduceerd werd tot bepaalde lichaamsdelen. Blijkbaar is er veel meer mogelijk om gezondheid te bevorderen.
‘Stress’ juist gebruikt om patiënten af te wimpelen
De factor ‘stress’ noemden artsen eerder op een schadelijke manier. Al sinds ik jong was, en ik vaak gekke ziektes had, werd daarvan gezegd dat we het niet te serieus moesten nemen: ‘het is maar stress’. Zo had ik last van buikpijn op de middelbare school. De dokter zei zonder verder onderzoek dat ik het prikkelbaredarmsyndroom had. Ik kreeg pillen. ‘Niet erg hoor, het is alleen maar stress’.
Ik was geen gelukkig kind, en had het fijn gevonden als dat aan de orde was gekomen. Als een kind stress heeft, is dat niet goed, en hoort dat niet. Daarnaar hoort te worden gekeken. Het kind moet worden gezien. Niet alleen omdat elk mens het waard is om als zodanig te worden gezien, ook in het medische circuit; maar op zijn minst om dat zo ziektes kunnen worden voorkomen.
Verwerking van emotionele pijn kan toch ook worden aangeraden
In ons medische systeem hoort te worden gevraagd hoe het psychologisch met ons gaat. Hoe onze jeugd was. Dat staat bewezen in verband met ziekte. Als door dingen te verwerken nou ziektes kunnen worden voorkomen, en ook dat de kans op genezing groter wordt, dan is het toch ook logisch om die dingen te bespreken? Om patiënten erop te wijzen, in ieder geval?
Maar dat wordt niet gedaan.
Dus dan is het aan patiënten zelf. Ik heb daar de afgelopen jaren allemaal zelf achter moeten komen. En ik gun anderen beter.
Doe zelf wat de artsen niet adviseren
Dus ben je ziek, ga dan inderdaad eerst naar de dokter. Doe wat die zegt. Vervang niet je medische behandeling door aandacht voor andere aspecten. Maar: stop niet bij wat artsen aanraden. Ga kijken naar je voeding en of je genoeg beweegt. En óók: kijk of je niet teveel stress hebt in je leven. Ga die verminderen. Kijk naar je sociale contacten en of je je niet te alleen voelt. En verwerk je jeugd. Als je ernstig ziek bent, is de kans groot dat daar nog wel oud leed te vinden is.
Je kunt kiezen of je dat zelf gaat doen, of met de hulp van een professional. Dat werkt vaak goed, als je de juiste treft. (Wat niet vanzelfsprekend is, maar het proberen waard.)
Een goed startpunt kan zijn het boek Wanneer je lichaam nee zegt, van Gabor Maté. Als je dat hebt gelezen, denk ik dat het moeilijk wordt om bovenstaande te ontkennen.
Je vindt het bijvoorbeeld hier:
Als je verder wil lezen over mijn persoonlijke ziekteverhalen, dan kun je dit op deze site doen.
Bijvoorbeeld hier:
En hier: